Skip to content

Ben jij BIJ1 ?

Kom in actie en doe mee
voor radicale gelijkheid.

DOE
MEE

Onderwijs


29-01-2022
Programma

Luister naar dit hoofdstuk ingesproken door kandidaat Berke Kulcu

De gemeente Utrecht is verantwoordelijk voor een gezond en veilig leef- en leerklimaat voor alle kinderen en jongeren. Zij moeten hun talenten kunnen ontwikkelen en zich welkom voelen, ongeacht hun huidskleur, gender, seksuele identiteit, levensbeschouwing/geloofsovertuiging of eventuele neurodivergentie, lichamelijke, verstandelijke of andere beperkingen. Ook het inkomen en de achtergrond van hun ouders mag geen rol spelen. Het onderwijs heeft hierin een cruciale rol.

De gemeente moet haar verantwoordelijkheid nemen en kansengelijkheid creëren. Dit vraagt om een veelzijdige aanpak waarbij, onder andere, aandacht wordt besteed aan het opleiden en ondersteunen van leerkrachten, het ontwikkelen van een passend en flexibel lesprogramma, het verkleinen van klassen en het waarborgen van de toegankelijkheid van het onderwijs.

BIJ1 legt de nadruk op kansengelijkheid, omdat onderwijs de grote gelijkmaker kan zijn die ervoor zorgt dat ieder kind of jongere zich kan ontwikkelen in de richting die bij hen past. Onderwijs is voor iedereen. BIJ1 stelt daarom de volgende punten voor.

TOEGANKELIJK ONDERWIJS 

  1. De gemeente zorgt ervoor dat schoolgebouwen, zowel in het regulier als bijzonder onderwijs, volledig toegankelijk en passend zijn voor iedere leerling. Leerlingen met een beperking en neurodivergente neurodivergenteDe van nature aanwezige verschillen en variaties in het menselijk brein, wat betreft sociale vaardigheden, leercapaciteit, aandacht, stemming en andere mentale functies die afwijken van de norm. Voorbeelden van neurodivergentie (afwijkingen van de norm) zijn autisme (ASS), AD(H)D, een bipolaire stoornis, dyslexie, syndroom van Gilles de la Tourette, een aangeboren spraakstoornis, hersenletsel, schizofrenie, obsessieve-compulsieve stoornis en diverse persoonlijkheidsstoornissen. leerlingen zitten te vaak in een sociaal isolement, bijvoorbeeld omdat zij ver weg wonen van hun school en het daardoor moeilijk is om na schooltijd met klasgenoten af te spreken. De gemeente faciliteert de vervoers- en zorgbehoeftes van leerlingen op school.
  1. De manier van inschrijving op Utrechtse scholen wordt zo ingericht dat de scholen voor iedereen toegankelijk zijn. De gemeente ziet erop toe dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende leerlingen. Discriminerend beleid en gedrag in het al dan niet toelaten van leerlingen tot scholen wordt bestraft. 
  1. Er komt een schoolpsycholoog op het voortgezet en hoger onderwijs en bij het beroepsonderwijs. Deze begeleidt en ondersteunt leerlingen en studenten zo nodig. 

LESPROGRAMMA’S EN ONDERWIJSACHTERSTAND

  1. BIJ1 staat voor een flexibel lesprogramma waarbij alle leerlingen onderwijs kunnen krijgen dat bij hun persoonlijkheid, talenten en vaardigheden past. Het onderwijssysteem en cognitieve traject dat in de samenleving de nadruk krijgt past immers niet bij elk persoon. 
  1. De gemeente zorgt ervoor dat verschillende perspectieven en ervaringen met betrekking tot identiteit, marginalisatie en de Nederlandse geschiedenis onderdeel zijn van het lesprogramma. Kinderen en jongeren worden zo actief betrokken bij hedendaagse maatschappelijke vraagstukken. Een programma als De school die kleur bekent kan door de gemeente worden opgezet en gesubsidieerd, om zo aan de basis te kunnen werken aan inclusiviteit.
  1. Bijles moet toegankelijk zijn voor iedereen die het nodig heeft. Het doel is om in alle buurten gratis kwalitatief goede bijlessen aan te bieden. De gemeente stelt hiervoor voldoende geld beschikbaar en ondersteunt de buurten waar nodig.
  1. Onderwijsachterstandenbeleid Onderwijsachterstandenbeleid Speciale programma’s die gemeenten aanbieden om kinderen met een onderwijsachterstand te helpen. De voorschool is onderdeel van het onderwijsachterstandenbeleid. moet inclusief, toegankelijk en hoogwaardig zijn. Dit geldt zowel voor de opzet als de uitvoering. De gemeente dringt er op aan dat onderwijsinstellingen protocollen opstellen die problemen ten aanzien van kansengelijkheid gericht signaleren en aanpakken.
  1. De samenwerkingsverbanden – waarbij reguliere scholen en scholen voor speciaal onderwijs in een regio samenwerken – maken hun toelatingsbeleid transparant. De leerling wordt meer centraal gesteld. 
  1. Scholen met brede brugklassen – waarbij vmbo-, havo- en vwo-leerlingen bij elkaar in de klas zitten – worden door de gemeente gestimuleerd. Dit is op voorwaarde dat er binnen deze brugklassen genoeg mogelijkheden zijn om verschillende manieren van leren te ondersteunen. 
  1. De gemeente stimuleert brede scholengemeenschappen met verschillende opleidingsniveaus (vmbo, havo, vwo). Ook moedigt het initiatieven aan om deze brede scholengemeenschappen op te richten.

DIVERSITEIT, INCLUSIVITEIT EN ANTIDISCRIMINATIE

  1. De gemeente neemt klachten over racisme en discriminatie binnen het onderwijs veel serieuzer. De klachten worden onderzocht en in kaart gebracht. Hier wordt gebruik gemaakt van de kennis van ervaringsdeskundigen.
  1. Leerkrachten en docenten moeten zich bewust worden van hun eigen vooroordelen en hun rol in het overdragen van racisme, seksisme, klassisme en validisme. De gemeente zet hier programma’s voor op. Docenten kunnen het geleerde vervolgens inzetten in hun eigen lesprogramma’s en daarmee kansengelijkheid stimuleren. 
  1. Kinderen van kleur en kinderen van ouders uit gemarginaliseerde groepen krijgen structureel een te laag schooladvies op basis van de Cito-toets. De gemeente stelt, indien daar behoefte aan is, meer geld beschikbaar voor een ‘second opinion’. Dit is in de vorm van een extra toets die bij een onafhankelijke instantie kan worden afgenomen.
  1. Islamitische scholen staan onder enorme druk en worden slecht ondersteund door de overheid. Deze scholen hebben, net als christelijke scholen, recht op uiting van hun godsdienst. Het is de taak van de gemeente om alle scholen te ondersteunen in het bieden van onderwijs. Daarnaast hoort de gemeente, in samenwerking met de politie, te zorgen voor een veilige leeromgeving van alle kinderen, ongeacht of zij op een openbare of religieuze school zitten.
  1. De gemeente zet zich in voor een dekolonisatiecommissie op elke school en onderwijsinstelling in Utrecht. Deze commissie zet zich in om van scholen een veilige en passende leeromgeving te maken voor iedereen. Ook zorgt het voor diversiteitsquota in alle onderwijs- en bestuurslagen, inclusief de medezeggenschapsraad en studentenraden. Op die manier worden scholen en universiteiten een betere afspiegeling van de leerlingen en studenten. 
  1. Bedrijven die discrimineren in het aannemen van stagiairs krijgen geen opdrachten meer van de gemeente. Eventuele gemeentelijke subsidies worden stopgezet.
  1. De voorschool voorschool Een peuteropvang die voorschoolse educatie aanbiedt. Het bereidt kinderen voor op de basisschool zodat zij een goede start zullen hebben. wordt gratis voor alle kinderen in Utrecht.

ONDERSTEUNING VAN LEERKRACHTEN, LERARENTEKORT EN VERMINDERING VAN WERKDRUK 

  1. De gemeente maakt afspraken met schoolbesturen om de werkdruk van leerkrachten te verminderen. Klassen worden kleiner en administratieve taken worden voldoende ondersteund. Docenten krijgen hierdoor meer voorbereidingstijd en meer ruimte voor individuele aandacht voor leerlingen. Zo krijgen de leerlingen meer hulp bij het ontdekken en ontwikkelen van hun talenten en mogelijkheden. Daarnaast wordt de kansengelijkheid op die manier vergroot. Voor leerkrachten worden de werkomstandigheden prettiger, aantrekkelijker en menswaardiger.
  1. Om de personeelstekorten in het onderwijs tegen te gaan, ondersteunt de gemeente leraren en ander schoolpersoneel in het vinden van een woning.
  1. De gemeente steunt, net als BIJ1, ‘PO in actie’ en overige stakingen in het onderwijs. De gemeente spoort lokale maatschappelijke organisaties, andere gemeenten en andere politieke partijen aan om dit ook te doen.
  1. De gemeente gaat in gesprek met de pabo en overige onderwijsopleidingen in Utrecht over werkdruk in het onderwijs en hoe dit verbeterd kan worden. 

LAAGGELETTERDHEID

  1. De gemeente zorgt voor meer toegankelijke mogelijkheden om inwoners die laaggeletterd zijn bij te staan en te ondersteunen waar nodig.
  1. Gemeentelijke bibliotheken krijgen middelen om dependances in scholen te openen, om zo laaggeletterdheid bij onder andere jongeren terug te dringen. Dit moet ook de toegang tot een openbare bibliotheek voor iedereen laagdrempeliger maken. 

OVERIGE PUNTEN

  1. Om de kwaliteit van scholen te verbeteren, concurrentie tegen te gaan en gelijke kansen te creëren, wordt samenwerking tussen scholen door de gemeente gestimuleerd. Waar nodig wordt dit gefaciliteerd met middelen en kennis.
  1. In het hoofdstuk Klimaatrechtvaardigheid staat beschreven dat Utrecht een fossielvrije gemeente moet worden. De gemeente gaat zich inzetten voor fossielvrij onderwijs fossielvrij onderwijs Fossielvrij Onderwijs wil leerlingen beschermen tegen de groeiende invloed van de fossiele industrie op (basis)scholen. Dit doet het bijvoorbeeld door bij de overheid aan te dringen om leerlingen te beschermen tegen de invloed van de fossiele industrie en door ouders en leerkrachten bewust te maken van de boodschap van de fossiele industrie in het onderwijs. . Dit betreft elke laag: primair, voortgezet, beroeps- en hoger onderwijs.
  1. Vooral in tijden van een pandemie heeft elke leerling en elke student recht op een schone en gezonde leeromgeving. De gemeente blijft garant staan voor schone en voldoende geventileerde schoolgebouwen, ook nadat het Rijk dit niet meer subsidieert.  
  1. Iedereen heeft recht op toegang tot kennis. Daarom worden abonnementen op de openbare bibliotheken in Utrecht gratis. Bibliotheken garanderen dat het aanbod aan boeken en ander materiaal aansluit bij de diversiteit van de inwoners van Utrecht. Dit geldt ook wanneer dit nodig is in andere talen dan het Nederlands of Engels. Om het diverse aanbod te garanderen wordt er contact gelegd met vertegenwoordigers van bewonersgroepen.